De vele technologische ontwikkelingen van de laatste tijd brengen ongerepte mogelijkheden met zich mee. Er is een groeiend besef ontstaan in de wereld dat de mens zodanig is veranderd door technologisering dat we kunnen spreken van een post-humanistisch tijdperk. Dit betekent volgens Neil Badmington dat de mens niet langer meer het belangrijkste element is in het universum (Badmington 2006: 263). In ‘Cultural Studies and the Posthumanities’ verbindt hij deze gedachte aan het Cyborg Manifesto van Donna Haraway. Hierin stelt Haraway onder andere dat de invloed van technologie dusdanig groot is, dat we niet langer over onszelf kunnen denken als menselijke wezens (Badmington 2006: 263). Volgens Haraway zijn we hybride wezens, die zich verhouden tussen machine en organisme. Een enge gedachte misschien, maar zeker iets om over na te denken in een tijdperk waarin het lichaam van de mens zo beinvloed is door technologische ontwikkelingen. Een tijd waarin het merendeel van de bevolking een bril of lenzen draagt, kunstknieën en heupen geen uitzondering meer zijn, en cosmetische chirurgie hoogtij viert. Badmington nuanceert de uitspraak van Haraway enigzins door te zeggen dat het posthumanistische denken de mens an sich niet uitsluit, maar ons juist de ruimte biedt verder te denken:
‘Giving up the humanities in the name of the posthumanities would not require the giving up of anything more than the humanities’ fidelity to the human. The same texts, for instance, could continue to figure, but their contexts would change in their meeting and mixing with what was once beyond the pale.’ (Badmington 2006: 269)
Het posthumanisme is een populair thema in de populaire cultuur. Getechnologiseerde lichamen zijn een veelvoorkomend verschijnsel in de Hollywoodfilm. Robocop (1987), The Terminator (1984), en misschien nog wel de bekendste film van allemaal: The Matrix (1999). In The Matrix, een film van Larry en Andy Wachowski, wordt de mensheid gedomineerd door machines; mensen worden als batterijen gebruikt om de robots van energie te voorzien. De mensen zelf leven in een computersimulatie, een wereld van nullen en enen (Mulder 2004: 202). Of dit een toekomstig feit is, valt te betwisten, maar we gaan wel steeds meer leven in een wereld waar machines en mensen steeds inniger verstrengeld raken.
Door: Rianne Savenije
Bronnen:
Arjen Mulder (2004), „From Media to Software Theory‟, in: Understanding Media Theory: Language, Image, Sound, Behavior. Rotterdam: V2_Publishing / NAi Publishers, pp. 194-202.
Neil Badmington (2006), „Cultural Studies and the Posthumanities‟, in Gary Hall & Clare Birchall (eds.), New Cultural Studies: Adventures in Theory. Edinburgh: Edinburgh University Press 2006, pp. 260-272.